Het verlenen van steun of bijstand, waaronder mede
begrepen geldelijke steun of bijstand, aan hen die
sedert 10 mei 1940 deel uitmaken of deel uitgemaakt
hebben van de Koninklijke Landmacht en uit dien hoofde
tengevolge van oorlogshandelingen gewond, ziek of
in moeilijkheden geraakten, dan wel dreigen te geraken.
Het verlenen van alle mogelijke hulp en bijstand,
zulks in de meest ruime zin des woords, aan de nabestaanden
van de onder a. bedoelde personen, voor zover dezen
tengevolge van handelingen uit bovenvermelde hoofde
mochten zijn komen te overlijden.